Verzorging
Ervaring: Gemiddelde slangenhouder
Voedsel: Levende of dode prooidieren. Voornaamst gegeven prooidieren zijn knaagdieren zoals muizen en ratten maar ook gevogelte is welkom.
Voeren volwassene: 1 keer in de 7 tot 10 dagen.
Voeren jong: Om de 5 a 7 dagen.
Waterbak: Ja
Water verversen: 3 keer in de week
Voeding
Er is de keus om de prooidieren levend of dood aan te bieden. Het is aan te raden om dood voer aan te bieden. Dit is namelijk praktischer en voorkomt dat het voedseldier uw slang verwondt. Daarbij wordt geadviseerd om het voedseldier aan te bieden met een voedertang en uw slang te voeren buiten het verblijf. Dit zorgt er namelijk voor dat uw hand niet geassocieerd wordt met voedsel en voorkomt dat u slang naar uw hand grijpt tijdens het voeren. Indien u toch voor levend voedsel gaat, moet u toezicht houden tijdens het voeren. dit omdat wanneer twee slangen dezelfde prooipakken ze elkaar kunnen verwonden en soms zelfs elkaar kunnen op eten. Het ideale prooidier is ongeveer even wijd als het wijdste gedeelte van de slang.
Water
Een ruime waterbak, waar alle slangen tegelijk in kunnen liggen, dient als drink- en badplaats en soms ook als toilet. zorg er dan ook voor dat het water ververst wordt wanneer het vies is. Ze drinken dat water namelijk ook.
Schoonmaak
Om uw slangen gezond te houden is een hygiënische leefomgeving van belang. Om dit voor elkaar te krijgen zal het verblijf met regelmatige schoongemaakt moeten worden. Een keer per week schoonmaken is genoeg. Daarbij moet om de opbouw van bacteriën te voorkomen een paar keer per jaar het hele verblijf schoongemaakt en ontsmet worden.
Hanteren
Om de stierslang te voeren en het verblijf schoon te maken zal uw slang gehanteerd moeten worden. Dit moet natuurlijk goed gedaan worden, zodat de slang en u veilig bent. Hanteer de slang met een slangenhaak of til het met twee handen op. Hang uw slang niet om u nek, omdat als de slang valt die zich straks zal klemmen om uw nek. Daarnaast zijn er nog wat belangrijke dingen waar je moet opletten als u een gestipte python hanteert. Zorg er als eerst voor dat uw slang door heeft dat je hem gaat hanteren en beweeg rustig als u hem hanteert. Zorg er ook voor dat uw handen gewassen zijn en niet naar voer ruikt. Tot slot: hanteer uw slang niet wanneer die aan het vervellen is en hanteer hem niet in het donker.
|