Verzorging Ervaring: Ervaren slangenhouder Voedsel: Levende of dode prooidieren. Voornaamst gegeven prooidieren zijn muizen en ratten. Voeren volwassene: om de 2 á 3 weken Voeren jong: Om de week Waterbak: Ja Water verversen: 2 keer in de week Voeding
Er is de keus om de prooidieren levend of dood aan te bieden. Het is aan te raden om dood voer aan te bieden. Dit is namelijk praktischer en voorkomt dat het voedseldier uw slang verwondt. Daarbij wordt geadviseerd om het voedseldier aan te bieden met een voedertang en uw slang te voeren buiten het verblijf. Dit zorgt er namelijk voor dat uw hand niet geassocieerd wordt met voedsel en voorkomt dat uw slang naar uw hand grijpt tijdens het voeren. Indien u toch voor levend voedsel gaat, moet u toezicht houden tijdens het voeren. Het prooidier kan namelijk ook de slang verwonden. Indien u meerdere bloedpythons bij elkaar houdt voer ze dan apart, het kan namelijk gebeuren dat de slangen elkaar verwonden tijdens het voeren. Het ideale prooidier is ongeveer even wijd als het wijdste gedeelte van de slang. Water De bloedpython heeft een grote waterbak nodig, dit niet omdat ze erin liggen maar omdat ze veel water in een zitting drinken. Een waterbak waar 2 liter in kan is genoeg om aan zijn drinkbeurt te voldoen. Ververs het water indien het water op is of wanneer het water vies is geworden. Schoonmaak De bloedpython is uniek erin dat die weinig tot niet vaak ontlast. Bij jonge dieren kan het 1 keer per week tot eens in de 2 weken zijn. Bij volwassen dieren kan het om de 30 tot 45 dagen zijn. Dit zorgt ervoor dat het verblijf minder vaak schoongemaakt moet worden. Het best advies is dan ook ontlasting te verwijderen zodra je het ziet.
Hanteren Om de bloedpython te voeren en het verblijf schoon te maken zal u de slang moeten hanteren. Als uw slang hanteert gebruik dan een slangenhaak of til het met twee handen op. Hang uw slang niet om uw nek, dit is omdat als de slang valt die zich straks zal klemmen om uw nek. Er zijn wat belangrijke dingen waar je op moet letten als je een bloedpython hanteert. Zorg er als eerst voor dat uw slang door heeft dat je hem gaat hanteren en beweeg rustig als je hem hanteert. Zorg er ook voor dat uw handen gewassen zijn en niet naar voer ruiken. Tot slot: hanteer uw slang niet wanneer die aan het vervellen is en hanteer hem niet in het donker.
|